Parodontologie (Tandvleesbehandeling)

Protocol parodontale diagnostiek en behandeling

Parodontale aandoeningen manifesteren zich in de tandartsenpraktijk slechts zelden als een acuut ontstane ziekte, zoals bijvoorbeeld NUG en NUP. In verreweg de meeste gevallen is sprake van een chronisch verlopend proces dat zich in de tijd progressief kan ontwikkelen. Om progressie te kunnen vaststellen is periodieke screening van de parodontale bevindingen nodig met toepassing van een parameter (‘index’), die onderlinge vergelijking van waarnemingen in de tijd mogelijk maakt. De Dutch Periodontal Screening Index (DPSI) is hiertoe het instrument bij uitstek. Met behulp van deze methode legt de tandarts bij elke periodieke controle de parodontale situatie van de patiënt vast. Deze routinematige handeling stelt de tandarts in staat om te kunnen beoordelen of een patiënt een ‘parodontitis-patiënt’ is, of dit niet (meer) is. De DPSI-index vormt daarom de basis voor onderstaand protocol van parodontale diagnostiek en behandeling.

mondhygiëne en preventie

Initiële behandeling

De tandplaque en het tandsteen zit boven de tandvleesrand en onder de tandvleesrand in de verdiepte pockets (dieper dan 3 mm). De tandplaque bóven de tandvleesrand kun je zelf verwijderen met behulp van een goede mondhygiëne. De tandplaque ónder de tandvleesrand kun je niet zelf verwijderen. Dat moet de tandarts of mondhygiënist doen. Door de combinatie van een goede mondhygiëne en professionele behandeling kan parodontitis worden tot stilstand worden gebracht. Er wordt dan geen kaakbot meer afgebroken. Maar het kaakbot dat verloren is gegaan, komt niet meer terug. En als de mondhygiëne weer verslechtert, komen de ontsteking en de verdieping van de pockets weer terug.

mondhygiëne en preventie

De eerste fase voor het behandelen van parodontitis bestaat uit een grondige reiniging van je tanden en kiezen. Dat noemen we een initiële behandeling. Hierbij wordt een serie van aantal bezoeken (afhankelijk van de gebitssituatie), bij voorkeur week op week, aan de praktijk gebracht. Deze behandeling wordt veelal door de mondhygiënist uitgevoerd. Hij/zij behandelt en reinigt op specialistische wijze het gebit, zowel boven als onder het tandvlees. Per week zal een deel van het gebit diep gereinigd worden en worden instructies gegeven over hoe je zelf je gebit het beste schoon kunt houden. Meestal wordt deze behandeling onder plaatselijke verdoving uitgevoerd. Ook kan, in bepaalde gevallen, ondersteunend aan de behandeling een antibioticakuur worden voorgeschreven.

Het uiteindelijke doel is het ontstekingsproces te verminderen en/of te stoppen in combinatie met een persoonlijke begeleiding naar een optimaal niveau van mondhygiëne. Hierin speel je zelf ook een belangrijke rol. Zonder een goede eigen mondhygiëne is het bereiken van het uiteindelijke doel, het creëren en behouden van gezond tandvlees, onmogelijk. Rook je, dan is stoppen met roken een belangrijk punt om een goed resultaat te kunnen verkrijgen.
Bij voorkeur vindt 3 maanden na de laatste initiële behandeling opnieuw een meting van de pocketdieptes (ruimtes tussen de tanden/kiezen en het tandvlees) plaats. Dit kan worden uitgevoerd door de parodontoloog, tandarts of mondhygiënist, afhankelijk van in welke praktijk je onder behandeling bent. Dit noemen we een evaluatie en daarbij wordt opnieuw de gebitssituatie bekeken, het resultaat van de serie behandelingen geëvalueerd en de aard van de vervolgbehandelingen besproken.

Het eerste onderzoek

Tijdens de jaarlijkse of halfjaarlijkse controle zal je tandarts de dieptes van de pockets (ruimtes tussen de tanden/kiezen en tandvlees) opmeten. Dit wordt gedaan met een meetinstrument, een pocketsonde. Deze pocketdieptes zijn in een gezonde situatie niet dieper dan 3 mm en gaan niet bloeden tijdens het meten.

De PPS (Periodieke Parodontale Screening) is een onderdeel van diagnostiek en behandeling in de algemene praktijk. Op basis van deze screening kan de tandarts zien wat de conditie van je tandvlees is en je daarover informeren en bespreken of er behandeling ten behoeve van verbetering van gezondheid van je tandvlees nodig is. Dat is een reden voor verwijzing naar de mondhygiënist.

Bij een PPS 1 is de pocketdiepte 0-3 mm, het kan zijn dat het tandvlees zo gezond is dat er geen behandeling nodig is of dat er een beperkte behandeling nodig is, voornamelijk gericht op het verwijderen van tandplaque en tandsteen boven je tandvlees en het verbeteren van je eigen mondhygiëne.

Bij een PPS 2 is de pocketdiepte 4-5 mm, kan het zijn dat er eerst gewerkt wordt aan het verbeteren van je eigen mondhygiëne en de tandplaque en tandsteen boven en/of onder je tandvlees wordt verwijderd. Ook kan het zijn dat de mondhygiënist besluit dat er aanvullend onderzoek nodig is.

Is er sprake van een PPS 3 met pocketdiepte >6 mm, dan zal de mondhygiënist aanvullend parodontaal onderzoek doen en parodontale behandeling uitvoeren.

Dit aanvullende onderzoek houdt allereerst in dat er een parodontiumstatus wordt gemaakt. Een parodontiumstatus is een uitgebreide meting van de conditie van je tandvlees. Bij al je tanden en kiezen wordt dan op 6 plekken, 3 plekken aan de kant van je wang en 3 plekken aan de kant van je tong/verhemelte, de recessies (terugtrekken van het tandvlees), de pocketdieptes (ruimtes tussen de tanden/kiezen en tandvlees), bloeding en/of pusafvloed (bloedt het tandvlees na het meten van de pocketdieptes en/of treedt er pusafvloed op), mobiliteit (of de tanden en kiezen bewegen) en furcaties (is er bij de kiezen een ruimte tussen de wortel meetbaar) gemeten. Ook kan je gebit gekleurd worden met een speciale kleurvloeistof welke plaque zichtbaar maakt en kan er gemeten worden hoeveel plaque er op je tanden aanwezig is.

Deze klinische metingen worden aangevuld met opvragen van röntgenfoto’s bij uw eigen tandarts, zodat er kan worden bekeken óf, en zo ja, hoeveel kaakbot er is afgebroken rond de tanden en kiezen ten gevolge van de ontsteking van het tandvlees.

Na het maken van een parodontiumstatus heeft de mondhygiënist een uitgebreid beeld van de conditie van je tandvlees en kan er een passend behandelplan ten behoeve van verbetering van de gezondheid van je tandvlees worden opgesteld. Soms is er behoefte aan het uitvoeren van een bacterie-onderzoek en/of informatie uit een bloedonderzoek.

Nazorg

Drie maanden na de initiële therapie vindt er een herbeoordeling plaats bij de mondhygiënist. Er vindt opnieuw een meting van de pocketdieptes (ruimtes tussen de tanden/kiezen en het tandvlees) plaats. De gebitssituatie wordt dan opnieuw bekeken, het resultaat van de behandeling geëvalueerd en de aard van de vervolgbehandeling besproken.

Een zeer belangrijk onderdeel van de vervolgbehandeling is de nazorgbehandeling. De nazorgbehandeling is bijzonder belangrijk om terugkeer van het ontstekingsproces te voorkomen. Op basis van het bereikte resultaat wordt de frequentie van de nazorg bepaald. De frequentie varieert van 3 tot 6-maandelijks.

Ten eerste blijft een zeer zorgvuldig uitgevoerde mondhygiëne een essentiële rol spelen. Dagelijks verwijderen van alle plaque is strikt noodzakelijk om de conditie van je gezonde tandvlees op peil te houden. Bovendien is een regelmatige professionele reiniging van de worteloppervlakken boven en onder het tandvlees van belang om ontstekingen en verdere afbraak te voorkomen. Tijdens de nazorgafspraken wordt de mondhygiëne gecontroleerd en eventueel bijgestuurd, de mate van ontsteking vastgesteld en worden alle oppervlakken uitgebreid gereinigd en gepolijst. Misschien is het nodig om aanvullende aanwijzingen te geven bij het gebruik van de elektrische tandenborstel en andere hulpmiddelen. Nadat je een jaar in de nazorgfase bent geweest, vindt er opnieuw een herbeoordeling plaats waarbij de pocketdieptes weer worden opgemeten. De gebitssituatie wordt dan opnieuw bekeken, het resultaat van de behandeling geëvalueerd en de vervolgbehandeling besproken. Voor mensen met een hogere gevoeligheid voor tandvleesontsteking blijft nazorg de rest van zijn/haar leven belangrijk.

Mondhygiënist